Meteen bij het wakker worden is het besef weer terug. Ik draai mij om en lig in het donker voor mij uit te staren. Heerlijk die extra verduisterende gordijnen. Ik voel mij niet slecht, ik voel vooral niet zoveel. Het zit in mijn karakter om altijd naar de mogelijkheden te kijken, je kunt namelijk niet veranderen waar je geen invloed op hebt. Iets is pas een probleem, als je er zelf een probleem van maakt, luidt mijn credo. Het lastige is alleen dat ik geen mogelijkheden zie, geen uitkomst. De diagnose is nog niet definitief, maar de echoscopist was duidelijk. Het hartje van de baby ziet er niet uit zoals het hoort. Een hart met een gat en waarschijnlijk maar één ader, in plaats van twee om het bloed door het lijfje te circuleren. Niets dat ik kan doen in ruil voor een extra ader. Eén ader, daar heb je niets aan. Betekent dit dat onze baby straks alleen maar ter wereld komt om binnen een paar minuten te stikken? Zonder zuurstof is het snel afgelopen. Dan moeten wij een begrafenis gaan regelen, misschien kunnen wij met elkaar als gezin zo’n kist schilderen? Dan heb ik weleens op tv gezien. Dan kan mijn zoontje zijn kleine handjes in de verf dopen en zijn handafdrukken op de grafkist van zijn broertje stempelen. Ik zie het al voor me, gewoon bij ons aan de eettafel. Waarschijnlijk vindt hij dat nog leuk om te doen ook. Mijn keel wordt bij elke afdruk dikker. Bam, weer een handje, bam, hier nog een blauwe, bam, daar een gele voor de afwisseling. Een vrolijk tafereel om het leven van de baby te vieren, alleen valt er in dit geval weinig te vieren. Hoe kun je één moment van verstikking vieren? Sowieso klinkt het wel als een mode-uitspraak, een begrafenis om het leven te vieren. Onzin, een begrafenis is een moment van een compleet ongewenst afscheid.
Zo gaat de tijd voorbij zonder dat ik er erg in heb, tot mijn man de slaapkamer binnenloopt. ‘Ik heb toch even op de computer zitten zoeken en ik heb iets gevonden. Het is maar een heel kort tekstje, maar misschien word je er wel blij van. Er zijn wel mogelijkheden. Niet ieder kind overlijdt.’ Ik loop mee naar zijn computerscherm. ‘Ik heb flink moeten zoeken, maar dit moet het zijn. Kijk, lees maar.’ Ik laat mijn ogen over de ingewikkelde zinnen gaan. De tekst geeft aan dat 30% van de kinderen binnen de eerste week overlijdt. Ik lees verder en zie dat een chirurgische ingreep noodzakelijk is om met behulp van een donerader of buisje een extra weg te creëren. Er staat ook een korte quote van iemand wiens kind ondertussen twee is en waaraan je ‘bijna niets’ merkt na de gelaagde hartoperatie. Mijn man heeft gelijk, opeens zie ik de naar mij zo gewenste mogelijkheden. ‘Ik wist niet dat zij dit kunnen,’ zeg ik verbluft. ‘Nee, maar kijk. Hier staat dat dit kindje dus gewoon ontwikkelt en zelfs loopt. Er is dus een kans, het is niet met zekerheid voorbij.’ En zo zorgen zijn woorden voor een eerst sprankje hoop. Een strohalm die ik met beide handen vastgrijp en waarna ik opeens weer barst van de mogelijkheden. Maandagochtend mogen wij meteen als eerste komen in het Kinderziekenhuis in Utrecht. Ik hoop dat dit weekend snel voorbij is.
(Uit mijn dagboek waarin ik in die tijd het verhaal van Sam opschreef)
Hoi allemaal,
Ik ben erg benieuwd naar jullie reactie op ons verhaal. Help jij het Kom in Contact-boekje voor broertjes en zusjes te realiseren? Ik hoor het graag in een berichtje hieronder. Hartelijk bedankt!
Poeh. Jouw blog “de ochtend na” is hartverscheurend om te lezen en kijk waar Sam nu staat! Ik hoop op veel donaties! Daar gaan we voor. Gr Ewoud
Ontroerend,
Wat zijn wij dankbaar voor de mogelijkheden die er waren
en super trots op “Ons wondermannetje” Sam!
Wow Lize, ik lees dit met de tranen in mijn ogen. Wát een moeilijke en verdrietige tijd. En wat een prachtige zonen, gezin en dan het boekje.Kippevel! Wat mag je trots zijn! Heel veel succes!